zondag 30 september 2012
de bergen
Verscholen in de
bossen ligt een oud heiligdom van Pan.
De bergstreek waar
ook de berg Pentelikon met de marmergroeve deel van uit maakt, ligt zo’n 20
kilometer boven Athene en heeft een heel ander klimaat. Het is er een stuk
koeler dan in de stad en ’s winters kan er veel sneeuw vallen. In de oudheid
was dit het gebied waar de goden Dionysos (Διόνυσος) en Pan (Παν) werden vereerd. (De
vertaling van pan luidt: alles.)
Typisch is dat de
Pan-cultus is begonnen na de slag bij Marathon. Pas vanaf de vijfde eeuw v.j.
werd hij afgebeeld op vazen. Voor die tijd blijkt uit niets dat hij daar werd
vereerd. Herodotos beweerde dat de renner Pheidippides, voordat hij met zijn
bericht naar Athene ging, naar Sparta was gegaan om hulp te vragen. Hij had
daar twee dagen over gedaan. Daarna is hij weer teruggerend naar Marathon.
Onderweg zou hij de god Pan hebben ontmoet op de berg Parthenion. De god riep zijn
naam en vroeg hem navraag te doen bij de Atheners waarom ze hem niet genoeg
vereerden, hoewel hijzelf hen in het verleden altijd had bijgestaan en hen in
de toekomst zeker zou willen blijven bijstaan.
Een gedicht van Robert
Browning:
‘So, when Persia was
dust, all cried, "To Acropolis!
Run, Pheidippides, one race more! the meed is thy due!
Athens is saved, thank Pan, go shout!" He flung down his shield
Athens is saved, thank Pan, go shout!" He flung down his shield
Ran like fire once more: and the space 'twixt the
fennel-field
And Athens was
stubble again, a field which a fire runs through,
Till in he broke: "Rejoice, we conquer!"
Like wine through clay,
Joy in his blood bursting his heart, - the bliss!’
Is de cultus
ontstaan uit dank aan Pan voor de overwinning, of uit vrees voor Pan dat hij
hen anders niet meer zou bijstaan?
Sir Lawrence Alma-Tadema - A Dedication to Bacchus
Waar Pan was, daar
was ook Dionysos, twee dikke maatjes.
Niet verwonderlijk
dat een plaats daar de naam Dionysos heeft.
Ter ere van Dionysos,
ook wel Bakchos (Bάκχος) genoemd, vooral bekend
als god van de wijn en slemppartijen (bacchanalen), werden veel feesten
gevierd.
De bekendste waren
wel de grote Dionysiën. Dit feest, dat in het vroege voorjaar, in de maand
Elaphebolion (maart-april), werd gevierd, werd gekenmerkt door de vele
toneelvoorstellingen en liedjes. Deze liedjes heetten tragoidia (τραγῳδία) in het Oudgrieks.
Daar komt ons woord ‘tragedie’ van. In het Nieuwgrieks zijn liedjes tragoudia, τραγούδια. De letterlijke vertaling van tragoidia is:
bokkenliederen. Tragos (τράγος) is bok.
En zo komen we weer bij Pan
met zijn bokkenpoten en horens.
₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪
NENIKIKAMEN
Στο κορυφαίο αγώνισμα ψυχής,
από τον Μαραθώνα στην Αθήνα,
στα χνάρια της αρχαίας διαδρομής
να πεις το «Νενικήκαμεν» ξεκίνα.
Στο κορυφαίο αγώνισμα ψυχής
ξεπέρασε ξανά τον εαυτό σου.
Κι ο τελευταίος είναι νικητής
και του Λαμπράκη τ' Όνειρο δικό σου.
από τον Μαραθώνα στην Αθήνα,
στα χνάρια της αρχαίας διαδρομής
να πεις το «Νενικήκαμεν» ξεκίνα.
Στο κορυφαίο αγώνισμα ψυχής
ξεπέρασε ξανά τον εαυτό σου.
Κι ο τελευταίος είναι νικητής
και του Λαμπράκη τ' Όνειρο δικό σου.
₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪
IN THE TOP RACE OF THE SOUL
FROM MARATHON TO ATHENS
IN THE TRACKS OF THE ANCIENT
ROUTE
YOU RUN TO SAY " WE HAVE WON".
IN THE TOP RACE OF THE SOUL
GO PAST YOURSELF ONCE MORE
AND THE LAST ONE IS A WINNER
AND LAMBRAKIS' DREAM IS YOURS.
₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪
de route
Pheidippides - Luc-Olivier Merson, 1869
“Nenikèkamen (νενικήκαμεν = wij hebben gewonnen)”, riep Pheidippides nadat hij rennend vanaf Marathon in Athene was aangekomen.
Dit waren zijn laatste woorden; daarna blies hij z’n laatste adem uit.
Welke weg hij had
genomen en hoe lang hij erover gedaan heeft, dat is onbekend. De precieze
lengte van die weg dus ook, maar wordt geschat op iets meer dan 40 kilometer. De
eerste paar kilometers over het voetstap dempende veld, daarna over de heuvels.
Steeds maar verder rennend in zuidwestelijke richting, naar Athene om daar de
overwinning aan te kondigen.
De paadjes die er nu liggen waren er toen niet. Het zijn trouwens bijzondere paadjes; ze zijn verhard met kleine brokjes marmer. Restafval van de nabij gelegen marmergroeve. Daar komt trouwens ook het marmer vandaan dat gebruikt is voor het Parthenon. De groeve is nog in gebruik, maar alleen voor de restauratie van de gebouwen op de Akropolis en steekt helder wit af bij het donker van de begroeiing. Af en toe is er een lichte glans waar te nemen wanneer een zonnestraal erop weerkaatst wordt.
₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪
zaterdag 29 september 2012
Εξόριστοι - Μαραθώνας
₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪
SWAMPPLANTS 2: MEDICAGO
Meden en Perzen
Geen marathon (venkel) in
het zacht verende, voetstap dempende veld, maar wel volop luzerne. De Latijnse
naam daarvan is medicago sativa. Medicago betekent: ‘kruid van Media’ en Media,
of Medië, maakte sinds de verovering van 550 v.j. door Cyrus II de Grote, deel uit
van het Perzische rijk.
Best wel ironisch dat waar in 490 v.j. zo’n 6700 Perzische strijders het loodje
legden, de naam van het plantje (medicago is in het Grieks μηδική) het enig is
wat daar nog aan doet denken. Geen grafheuvel voor hen.Atheners
Wel een grafheuvel voor de 192 gesneuvelde Atheense strijders. De Atheners verleenden hen de eer van een begrafenis daar waar ze gevochten hadden in plaats van op de algemene begraafplaats bij Keramikos. Het grafschrift dat Simonides schreef luidt:
‘Ελλήνων προμαχούντες Αθηναίοι Μαραθώνι
χρυσοφόρων Μήδων εστόρεσαν δύναμιν’
De Atheners verdedigden de Grieken in Marathon
en vernietigden de macht van de in goud geklede Meden.
Een eindje van de grafheuvel vandaan staat sinds 2004 een standbeeld van Miltiades, de grote aanvoerder van de Atheners.
Één van de strijders die het overleefd hadden was de tragedieschrijver Aischylos (Αἰσχύλος). Hij vond dat zijn deelname aan de slag het belangrijkste wat hij in zijn leven had gepresteerd, nog van groter belang dan al wat hij geschreven had.
‘Αἰσχύλον Εὐφορίωνος Ἀθηναῖον τόδε κεύθει
μνῆμα καταφθίμενον πυροφόροιο Γέλας·
ἀλκὴν δ’ εὐδόκιμον Μαραθώνιον ἄλσος ἂν εἴποι
καὶ βαθυχαιτήεις Μῆδος ἐπιστάμενος’
This tomb the dust of Aeschylus doth hide,
Euphorion's son and fruitful Gela's pride.
How tried his valor, Marathon may tell,
And long-haired Medes, who knew it all too well.
₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪
Abonneren op:
Posts (Atom)